Stijlkenmerken bij beelden van vrouwen

Zoals gezegd gingen beelden van vrouwen meestal gekleed. Behalve aan de stijlkenmerken die we bij de mannelijke beelden al zagen, kun je dus ook de weergave van kleding meewegen bij het dateren van deze beelden.

Griekse vrouwenkleding kent meestal veel plooien. In het begin van de Archaïsche periode (links) lopen die plooien in regelmatige, symmetrische banen over het beeld. Het lijkt alsof er nog geen echt lichaam onder zit. Later in de archaïsche tijd (midden) zijn de lichaamvormen beter te zien. De beeldhouwer heeft er alles aan gedaan om de plooien in regelmatige patronen over het lichaam te laten vallen. De kleding is niet symmetrisch meer. In de vroegklassieke periode (rechts) vallen de plooien minder regelmatig. Soms zijn het slechts ondiepe lijnen in het oppervlak. De kleding kan strak om het lichaamvallen, maar soms schemeren de lichaamsvormen slechts door.

In de Hoogklassieke periode (links) lijken de plooien vaak als een soort sierlijke richels op het lichaam gezet. De kleding tussen de plooien in volgt de lichaamsvorm zo strak, dat kunsthistorici deze manier van kleding weergeven wel de 'natte stijl' noemen.
In de Laatklassieke tijd (midden) hebben kunstenaars een heel natuurlijke balans gevonden tussen diepe, vallende plooien en plaatsen waar de houding en de vorm van het lichaam verraden worden. In de Hellenistische tijd (rechts) kan men zo met volume en richting van plooien spelen dat de kleding vaak een extra dynamiek toevoegt aan het toch al dynamische beeld.