Hellenisme: geschiedenis (ca. 330-30 v.C.)

Op deze pagina krijg je historische informatie over de Hellenistische periode, toen de Griekse cultuur zich door de veroveringen van Alexander de Grote kon verspreiden over het Midden-Oosten en zich vermengde met Oosterse culturen. Je kunt de Griekse cultuur dan ook niet meer zuiver 'Helleens' noemen, maar eerder 'Hellenistisch', wat zoiets als 'Grieks-achtig' betekent.
Toen Philippus van Macedonië in 336 stierf volgde zijn twintigjarige zoon Alexander hem op. Alexander had al aan de zijde van zijn vader op beslissende momenten meegewerkt aan de onderwerping van de Griekse poleis aan Macedonië (zonder dat ze formeel ingelijfd werden). Hij had een Griekse opvoeding gehad; de beroemde filosoof Aristoteles was zijn leraar geweest. Toen hij koning geworden was, maakte hij direct werk van het plan van zijn vader om namens heel Griekenland het Perzische Rijk een lesje te leren voor de oorlogen die ze de Grieken ruim anderhalve eeuw eerder hadden aangedaan. Met het goed getrainde Macedonische leger trok hij in 334 Perzië binnen en versloeg de Perzische tegenstand op beslissende momenten. Via Klein-Azië en Egypte bereikte hij het hart van het Perzische Rijk, waar hij het Perzische leger definitief versloeg en de Koninklijke familie gevangen nam. Korte tijd later stierf op de vlucht de Perzische koning. Azië lag open voor Alexander en met elke streek waar hij met zijn leger doorheen trok breidde hij zijn machtsgebied uit. Hij probeerde zijn stempel op zijn nieuw verworven Rijk te zetten door allerlei nieuwe steden te stichten, waarvan hij er veel Alexandrië noemde. In die steden vestigden zich ook Macedoniërs en Grieken, zodat de Griekse cultuur zich in het Midden-Oosten kon vestigen. Maar Alexander kon ook de inheemse cultuur waarderen. Hij aarzelde niet om zelf een inheemse vrouw te trouwen en zijn Macedonische vrienden en onderdanen evenzeer te laten integreren:
In Susa arrangeerde Alexander ook huwelijken voor zichzelf en zijn vrienden. Zelf trouwde hij met Barsine, de oudste dochter van Darius, en volgens Aristoboulos ook nog met een ander, namelijk Parysatis, de jongste dochter van Ochos. Hij was al getrouwd met Roxane, de dochter van Oxyartes, de Baktriër. Aan Hephaistion gaf hij Drypetis, ook een dochter van Darius, een volle zuster van zijn eigen vrouw, want hij wilde dat de kinderen van Hephaistion neef en nicht zouden zijn van de zijne. [...] En aan zijn andere vrienden gaf hij op dezelfde manier de edelste dochters van Perzen en Meden tot vrouw; het waren er ongeveer tachtig. De huwelijken werden gesloten volgens Perzisch gebruik: voor de bruidegoms waren zetels geplaatst in overeenstemming met hun rang, en na de toost kwamen de bruiden binnen en gingen zitten, ieder meisje naast haar eigen bruidegom. De mannen gaven hun bruid de rechterhand en kusten haar. De koning gaf het voorbeeld, want alle huwelijken werden tegelijkertijd voltrokken. Men vond dat Alexander bij geen andere gelegenheid zo op voet van gelijkheid en kameraadschappelijk gehandeld heeft als hier. Iedere bruidegom nam zijn bruid mee naar huis, en Alexander gaf aan alle vrouwen een bruidsschat. Hij gaf bevel een lijst te maken van alle andere Macedoniërs die met Aziatische vrouwen getrouwd waren (het waren er meer dan tienduizend), en ook zij kregen huwelijksgeschenken van Alexander. (Arrianus Anabasis 7.4, vert. S.Mooij-Valk)

Hoewel Alexander ambitieus en nieuwsgierig genoeg was om de rest van de wereld ook te willen veroveren, zat er een grens aan de veerkracht van zijn manschappen. Ergens in India maakte hij rechtsomkeert en regeerde nog korte tijd als vorst over zijn koninkrijk, het grootste dat er tot dan toe geweest was. Voor de liefhebbers van video: Deze vertelt het verhaal van Alexander de Grote aardig.



Toen Alexander in 323 plotseling aan malaria overleed, was de opvolging nauwelijks geregeld. Enkele van Alexanders generaals eigenden zich delen van het Rijk toe en werden zo de eerste van de koningen die we Diadochen (‘opvolgers’) noemen. Zij voerden enkele tientallen jaren oorlog met elkaar om de precieze grenzen te bepalen, met als resultaat dat er in hoofdzaak drie koninkrijken overbleven: het Aziatische deel van Alexanders rijk werd het Seleucidenrijk onder leiding van koningen met namen als Seleukos en Antiochos. In Egypte heerste de dynastie der Ptolemaeën met koningen die Ptolemaios en koninginnen die Cleopatra heetten. Macedonië en Griekenland vielen onder koning Antigonos en zijn opvolgers. In de loop van de derde eeuw v.C. maakt de stad Pergamon zich los van het Seleucidenrijk en werd machtig in Klein-Azië onder koningen als Eumenes en Attalos, totdat de laatste koning Pergamon in 133 v.C. naliet aan het Romeinse Rijk. Griekenland en Macedonië waren rond 150 v.C. al veroverd door de Romeinen. In 30 v.C. waren alle Diodochenrijken opgerold door Rome.



Toen de Romeinen het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied veroverden, troffen ze er een samenleving aan die, in ieder geval wat betreft de bovenlaag, flink vergriekst was. De officiële voertaal bleef daar gedurende de hele Romeinse tijd Grieks. De Grieken noemden zichzelf Hellenen. Het zou niet terecht zijn om de interessante mix van inheemse en Griekse cultuur die door en na Alexander de Grote ontstaan was Helleens te noemen. Ze is dan ook de geschiedenis ingegaan als Hellenistisch, vrij te vertalen als ‘Grieks-achtig’. Een groot verschil met het Hellas van de klassieke tijd was bijvoorbeeld politiek: burgers hoefden niet samen een polis te besturen. Ze leefden in grote Rijken als onderdanen van koningen die als een god op de Olympos de scepter zwaaiden.